Ooit was de helft van alle Nederlandse meisjes verliefd op hem. Hij is een icoon in de nederpopgeschiedenis. En toch kan Henny Vrienten incognito over straat. Vlak voordat bekend werd dat hij op tour ging met Henk Hofstede en Frank Boeijen, interviewde Vincent hem in Amsterdam. ‘Als ik nu jong was, was een goede rapper geweest.’ Een gesprek met het brein achter ‘oe-la-la-laa-laa-laa’ en ‘a-woei’.

(Interview: Vincent Mirck, magazine NL20/NL10, 2005)

Een zonnige dag vandaag. Levert dat meteen inspiratie op?
“Nee. Ik ben niet iemand die in het bos loopt en plotseling een geniale ingeving krijgt. Ik ga echt zitten om een liedje te schrijven. Het is gewoon hard en geconcentreerd werken. Mijn vader was timmerman en dat ambachtelijke heb ik van hem. Een stoel moet stevig staan, zei hij. Dat geldt ook voor een liedje. Daar moet je niet doorheen kunnen zakken.”

Toch kwamen de grootste hits van Doe Maar razendsnel tot stand.
“Inderdaad. Toen ik in 1980 bij Doe Maar kwam, zei Ernst dat hij nog drie liedjes nodig had voor de lp Skunk. Toen heb ik 32 jaar, Smoorverliefd en De laatste X in een dag geschreven. En in de begeleidingsband van Boudewijn de Groot schreef ik soms liedjes in drie minuten. Klaar, volgende.

Boudewijn pakte dat totaal anders aan. Soms sleutelde hij wekenlang aan een melodie. Hij was pas tevreden als elk detail perfect was. Ik heb daar veel van geleerd. Nu bedenk ik nog wel eens snel een melodie, maar daarna begint het schaafwerk, het polijsten.”

Wat staat er op dit moment in de agenda van Henny Vrienten?
“Ik ben bezig met een reeks liedjes voor Sesamstraat, ik maak de muziek bij een Rembrandt-film voor het Rijksmuseum, maar ook bij tien tekenfilms van Jola Hesselberth. Daarnaast stel ik een bundel samen met werk van onbekende dichters: Dichters in de schaduw. En er zijn wat projecten waar ik nog niets over mag vertellen. O ja, ik val een maandje in als bassist tijdens de tour van Boudewijn. Hij vroeg me en ik dacht: waarom niet? Dus in mei sta ik met mijn vrienden Ernst Jansz en Jan Hendriks weer heel even in zijn band te spelen.”

Klinkt als een bizar druk programma.
“Nou, dit is nog rustig in vergelijking met echt drukke tijden.”

Weer het podium op. Dat wordt wennen.
“Ja, maar ik heb me voorgenomen om in 2007 weer zelf het podium op te gaan. Het kriebelt weer, ik wil spelen. Dus eigenlijk komt deze kans precies op het juiste moment.”

Wat gaat er dan gebeuren in 2007?
“Shows in het theater, zeker niks Doe Maar-achtigs. Ik zal optreden met twee collega-singer-songwriters. Over de exacte vorm moeten we nog nadenken, maar het wordt in ieder geval mooie muziek.” (Noot: uiteindelijk bleek het hier te gaan om zijn concertreeks en cd met Frank Boeijen en Henk Hofstede.)

Er lagen ook nog plannen voor een nieuw album, toch?
“Nacht – de soundtrack, zo gaat de plaat heten. Het wordt een verzameling duetten. Ik ben nu halverwege de opnames. Inmiddels heb ik nummers gemaakt met Thé Lau, Frank Boeijen, Tom America, Henk Hofstede van de Nits, rapper Def P en de zanger van de reggaeband Beef. En daar komen dus nog vele andere gasten bij.”

Waarom duetten?
“Ik nam in 1990 een lied op met Frank Boeijen: Het IJs. Toen we het bedacht hadden en daarna drie keer speelden, zei Frank: ‘Ok, het staat erop.’ Ik dacht dat hij een ruwe demoversie bedoelde, maar nee. Deze versie moest volgens hem op de plaat. Dat inspireerde mij. Ik heb als plicht gesteld dat voor ‘Nacht’ elk duet binnen drie uur klaar moet zijn.”

Dat moet verschrikkelijk zijn voor jou als perfectionist!
“Perfectie is met zo’n enorme tijdsdruk natuurlijk onmogelijk. Het lijkt wel een zelfkwelling. Weer eens wat anders.”

Je gaf ooit aan graag met Extince te willen werken. Doet hij ook mee?
“In het verleden zouden we al een paar keer samenwerken, maar door toevalligheden kwam het er niet van. Wie weet dit keer. Ik vind hem met gemak de allerbeste rapper van Nederland. Hij heeft de gave van het woord.”

Wat trekt jou aan in hiphop?
“De expressie, de attitude. De muziek heeft veel kracht en je kunt er je mening in kwijt. Als ik nu jong zou zijn, was ik een goede rapper geweest. Of ik had in een lekker britpopbandje gespeeld. Dat vind ik ook fantastische muziek.”

Met de comeback van Doe Maar in 2000 liep zestien keer Ahoy vol met fans. Toch kun je vijf jaar later weer incognito over straat in Amsterdam.
Dat heeft er vooral mee te maken dat ik vrijwel nooit op televisie ben. En dat wil ik zo houden. Ik schreef ooit in een liedje ‘Hoor ze nou eens slissen in spelletjes en quizzen’. Alleen daarom al kan ik niet meedoen aan die onzin. En geloof me, ik word aan de lopende band gevraagd! Niet dat ik zo’n serieuze zak ben, maar ik ben niet goed in dat flodderige contact. Gelukkig heb ik een assistent die alle aanvragen voor mij filtert.”

Hoe vaak moet jouw assistent namens jou verzoeken voor filmmuziek afslaan?
Vaak. Hij weet wat ik interessant vind en vooral ook wat ik NIET wil. Voor films als Costa en Volle Maan zal ik bijvoorbeeld nooit muziek schrijven. En als iemand begint over marketing, formats en doelgroepen, dan haak ik ook snel af. Ik heb me nog nooit beziggehouden met doelgroepen. Natuurlijk maak ik een liedje voor Sesamstraat niet extra ingewikkeld, omdat het voor peuters en kleuters is. Maar ik ga nooit op mijn hurken zitten. Ik maak gewoon wat ik mooi vind.”

Je componeert muziek voor de musical Jan, Jans en de kinderen. Hoe kwam dit verzoek bij jou terecht?
“Ik maak al jaren muziek voor het kinderprogramma Klokhuis, samen met Niek Barendsen en Gijs de Lange. Die waren ook betrokken bij ‘Jan, Jans’, dus toen wist ik: dat zit wel goed. Daarna hoorde ik dat Plien van Bennekom (van Plien en Bianca) en Alex Klaassen (van Kopspijkers) meededen. Toen werd ik nog enthousiaster.”

De musical is de slagroom op het 35-jarig jubileum van de strip van tekenaar Jan Kruis. Was je gespannen voor zijn reactie?
“Nee. Jan Kruis had heel duidelijk gemaakt dat hij de voorstelling pas wilde zien als die helemaal af was. Tot die tijd hield hij zich afzijdig. Die houding kan ik zeer waarderen. Het maken van een theatershow is natuurlijk heel iets anders dan het tekenen van een stripboek. Hij liet ons onze gang gaan. We realiseerden dat we bezig waren met zijn geesteskind. Dat hield ons scherp.”

Wat zijn volgens jou de beste muziekstukken van Henny Vrienten?
“Mijn solo-cd uit 1991, ‘Mijn hart slaapt nooit’, vind ik een hoogtepunt uit mijn oeuvre. Verder ben ik heel blij met de score voor Jeroen Krabbe’s film Left Luggage, de liedjes voor Sesamstraat en de muziek voor Verder dan de maan, een film van Stijn Coninx die helaas het grote publiek niet bereikte. En natuurlijk de lp’s van Doe Maar.”

Tussen 1984 en 2000 kwam Doe Maar regelmatig bij elkaar in een strandhuisje om bij te kletsen en te jammen. Is dat sinds de grote comeback nog gebeurd?
Nog niet. We moeten snel weer wat afspreken. Ik merk wel: hou ouder je wordt, hoe minder tijd je hebt. En de andere Doe Maar-leden worstelen blijkbaar met hetzelfde probleem, haha.”

Naar het overzicht: interviews