Bertus Ververs (1957) is een kunstenaar wiens fantasie geen moment stilstaat. Inspiratie haalt hij uit alles wat hij ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt. Zijn ‘collecties van dingen’ zijn berucht en zijn opvallende werken duiken op de vreemdste plekken op. Hoe houdt hij de stroom aan ideeën gaande?
(Interview: Vincent Mirck, 2019)
“Ik ben een wilde chaoot met een strikte verzameldrang. Ik heb stapels dummy’s liggen, van die boeken met honderden lege bladzijdes. Die plak, teken, krabbel en verf ik helemaal vol. Maar dat gebeurt niet zomaar in het wilde weg. Ik houd een vast stramien aan, zodat mijn creatieve antennes elke dag geprikkeld raken. Zelfs op dagen dat ik weinig inspiratie heb.
Boek 1 is een dagboek, A4-formaat. Hierin schrijf ik elke dag wat ik heb gedaan. Geen emoties of meningen. Enkel en alleen een opsomming van mijn activiteiten. Elke dag sluit ik standaard af met drie wetenswaardigheden: wat ik heb gegeten, wat voor weer het was en of ik een korte of lange broek aanhad. Zulke dagboeken houd ik al sinds 1991 bij. Er liggen inmiddels 94 volle exemplaren in mijn atelier.
Boek 2 is een plakboek, A5-formaat. Daarin plak ik elke dag alle mooie, grappige, idiote knipsels uit allerlei drukwerk. Ik lees met een schaar. Geen krant, poster, tijdschrift, folder of boek is veilig. Na het knippen probeer ik deze fragmenten samen te voegen tot een nieuw geheel. Van deze boeken heb ik er inmiddels elf vol gelijmd de afgelopen twaalf jaar.
Boek 3 is een tijdsbeeldenboek, A5. Sigarenbandjes, spaarzegeltjes, treinkaartjes, die ronde stickertjes die op appels zitten, voetbalplaatjes, stempels, noem maar op. Alles wat vandaag bestaat maar volgend jaar een ander uiterlijk heeft of uit het straatbeeld verdwenen is, wil ik vastleggen in dit plakboek. Op die manier bouw ik van elk jaar een tijdscapsule op. Terugbladeren in deze boekjes is een feest der herkenning. Er liggen er inmiddels vier.
Boek 4 is een schetsboek, een maatje kleiner: A6. Hierin krabbel ik al mijn artistieke hersenspinsels, gewoon met pen, stift of potlood. Ik teken er elke dag in. Twaalf exemplaren zijn al vol.
Boek 5 is een tekenboek op A4-formaat. Dit is de plek waar ik de schetsen van boek 4 uitwerk. Hier ontstaan de gekke combinaties, de originele ideeën. Ik teken elke dag minimaal één nieuwe creatie. De stapel tekenboekjes is inmiddels tien stuks hoog.
Boek 6 is mijn Maria-boek. Dat heeft veruit het grootste formaat: 60 x 40 centimeter. Dikke kaft, prachtig afgewerkt, handgeschept papier, meer dan 170 vellen gebonden in losse katernen. Ik heb het al vele jaren klaar liggen, maar het duurde even voordat ik er aan durfde te beginnen. Mijn doel is om er 170 Maria-afbeeldingen in te maken, in welke vorm dan ook. Ik ben nu bezig aan Maria nummer 29.
Het lijkt allemaal heel chaotisch en veel, maar door dit te doen is en blijft er in mijn hoofd altijd een flinke ruimte vrij om nieuwe combinaties of verbindingen te maken. Bovendien heb ik op deze manier geen last van mijn ‘archief’. Dat kan ik zó uit de kast pakken als het nodig is. Er gaat niks boven een lege kop!
Creativiteit is voor mij een oerkracht die bestaat uit het leggen van bijzondere verbindingen. Je pakt twee dingen die niet direct bij elkaar passen, je voegt ze samen en daardoor krijgen ze een nieuwe betekenis. De gekozen verbinding bepaalt het succes. Dat is de truc.
(Dit is een ingekorte versie van het interview.
Het gehele interview zal op een ander moment verschijnen.)
Naar het overzicht: interviews